aangehouden

Dutch

Pronunciation

  • Audio:(file)

Participle

aangehouden

  1. past participle of aanhouden

Declension

Declension of aangehouden
uninflected aangehouden
inflected aangehouden
positive
predicative/adverbial aangehouden
indefinite m./f. sing. aangehouden
n. sing. aangehouden
plural aangehouden
definite aangehouden
partitive aangehoudens
This article is issued from Wiktionary. The text is available under Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 unless otherwise noted. Additional terms may apply for the media files.