achthoekig

Dutch

Etymology

From achthoek (octagon) +‎ -ig.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌɑxtˈɦukəx/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: acht‧hoe‧kig

Adjective

achthoekig (comparative achthoekiger, superlative achthoekigst)

  1. (literally) octagonal, having eight corners
  2. (geometry) shaped like an octagon

Declension

Declension of achthoekig
uninflected achthoekig
inflected achthoekige
comparative achthoekiger
positive comparative superlative
predicative/adverbial achthoekig achthoekiger het achthoekigst
het achthoekigste
indefinite m./f. sing. achthoekige achthoekigere achthoekigste
n. sing. achthoekig achthoekiger achthoekigste
plural achthoekige achthoekigere achthoekigste
definite achthoekige achthoekigere achthoekigste
partitive achthoekigs achthoekigers

Descendants

  • Afrikaans: agthoekig