alarmistisch

Dutch

Etymology

From alarmist +‎ -isch.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌaː.lɑrˈmɪs.tis/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: alar‧mis‧tisch
  • Rhymes: -ɪstis

Adjective

alarmistisch (comparative alarmistischer, superlative meest alarmistisch or alarmistischt)

  1. alarmist

Declension

Declension of alarmistisch
uninflected alarmistisch
inflected alarmistische
comparative alarmistischer
positive comparative superlative
predicative/adverbial alarmistisch alarmistischer het alarmistischt
het alarmistischte
indefinite m./f. sing. alarmistische alarmistischere alarmistischte
n. sing. alarmistisch alarmistischer alarmistischte
plural alarmistische alarmistischere alarmistischte
definite alarmistische alarmistischere alarmistischte
partitive alarmistisch alarmistischers