baanvastheid
Dutch
Etymology
From baanvast + -heid. Compare German Bahnfestigkeit.
Pronunciation
Audio: (file)
Noun
baanvastheid f (plural baanvastheiden, diminutive baanvastheidje n)
- (Belgium) roadholding
- Synonym: wegligging (Netherlands)
- Er is een probleem met de baanvastheid van de wagen. ― There is a problem with the track strength of the car.