baanvastheid

Dutch

Etymology

From baanvast +‎ -heid. Compare German Bahnfestigkeit.

Pronunciation

  • Audio:(file)

Noun

baanvastheid f (plural baanvastheiden, diminutive baanvastheidje n)

  1. (Belgium) roadholding
    Synonym: wegligging (Netherlands)
    Er is een probleem met de baanvastheid van de wagen.There is a problem with the track strength of the car.