bedtijd
Dutch
Etymology
Pronunciation
- IPA(key): /ˈbɛ.tɛi̯t/
Audio: (file) - Hyphenation: bed‧tijd
Noun
bedtijd m (plural bedtijden)
- bedtime
- Het is al bedtijd voor de kinderen.
- It's already bedtime for the children.
- Zorg voor een vast ritueel voor bedtijd.
- Establish a regular routine for bedtime.
- De ouders lazen een verhaaltje voor bij bedtijd.
- The parents read a story at bedtime.
Derived terms
- kinderbedtijd