beraadzaam

Dutch

Etymology

From beraad (consideration) +‎ -zaam or beraden (to consider) +‎ -zaam.

Pronunciation

  • IPA(key): /bəˈraːt.saːm/
  • Hyphenation: be‧raad‧zaam

Adjective

beraadzaam (comparative beraadzamer, superlative beraadzaamst)

  1. deliberative, reasoned

Declension

Declension of beraadzaam
uninflected beraadzaam
inflected beraadzame
comparative beraadzamer
positive comparative superlative
predicative/adverbial beraadzaam beraadzamer het beraadzaamst
het beraadzaamste
indefinite m./f. sing. beraadzame beraadzamere beraadzaamste
n. sing. beraadzaam beraadzamer beraadzaamste
plural beraadzame beraadzamere beraadzaamste
definite beraadzame beraadzamere beraadzaamste
partitive beraadzaams beraadzamers

Derived terms

  • beraadzaamheid