bestrijkend

Dutch

Pronunciation

  • Audio:(file)

Participle

bestrijkend

  1. present participle of bestrijken

Declension

Declension of bestrijkend
uninflected bestrijkend
inflected bestrijkende
positive
predicative/adverbial bestrijkend
bestrijkende
indefinite m./f. sing. bestrijkende
n. sing. bestrijkend
plural bestrijkende
definite bestrijkende
partitive bestrijkends
This article is issued from Wiktionary. The text is available under Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 unless otherwise noted. Additional terms may apply for the media files.