besturingseenheid

Dutch

Etymology

Compound of besturing +‎ -s- +‎ eenheid. Cf. English control unit, from which the Dutch may have been calqued.

Pronunciation

  • IPA(key): /bəˈstyː.rɪŋsˌeːn.ɦɛi̯t/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: be‧stu‧rings‧een‧heid

Noun

besturingseenheid f (plural besturingseenheden)

  1. a control unit (input device for controlling a piece of hardware)
    De robot wordt aangestuurd door een geavanceerde besturingseenheid die alle bewegingen controleert.
    The robot is controlled by an advanced control unit that manages all the movements.