betekenend

Dutch

Pronunciation

  • IPA(key): /bə.ˈteː.kə.nənt/
  • Audio:(file)

Participle

betekenend

  1. present participle of betekenen

Declension

Declension of betekenend
uninflected betekenend
inflected betekenende
positive
predicative/adverbial betekenend
betekenende
indefinite m./f. sing. betekenende
n. sing. betekenend
plural betekenende
definite betekenende
partitive betekenends

Anagrams