brandweerman
Dutch
Etymology
From brandweer (“fire brigade”) + man (“man”).
Pronunciation
- IPA(key): /ˈbrɑnt.ʋeːrˌmɑn/
Audio: (file) - Hyphenation: brand‧weer‧man
Noun
brandweerman m (plural brandweermannen or brandweerlieden or brandweerlui, diminutive brandweermannetje n, feminine brandweervrouw)
- a fireman, male member of a fire department
- Zij vond een naaktkalender met brandweermannen in haar ooms privé-la.
- She found a nude calendar with firemen in her uncle's private drawer.
Synonyms
Derived terms
- brandweerauto
- brandweercentrale
- brandweercommandant
- brandweergreep
- brandweerkazerne
- brandweerwagen
Related terms
- brandwacht
- brandweerkorps