buitenlandsch

Dutch

Adjective

buitenlandsch (comparative buitenlandscher, superlative meest buitenlandsch or buitenlandscht)

  1. obsolete spelling of buitenlands

Declension

Declension of buitenlandsch
uninflected buitenlandsch
inflected buitenlandsche
comparative buitenlandscher
positive comparative superlative
predicative/adverbial buitenlandsch buitenlandscher het buitenlandscht
het buitenlandschte
indefinite m./f. sing. buitenlandsche buitenlandschere buitenlandschte
n. sing. buitenlandsch buitenlandscher buitenlandschte
plural buitenlandsche buitenlandschere buitenlandschte
definite buitenlandsche buitenlandschere buitenlandschte
partitive buitenlandsch buitenlandschers