doorschijnend

Dutch

Etymology

From doorschijnen.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌdoːrˈsxɛi̯.nənt/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: door‧schij‧nend
  • Rhymes: -ɛi̯nənt

Adjective

doorschijnend (comparative doorschijnender, superlative doorschijnendst)

  1. translucent

Declension

Declension of doorschijnend
uninflected doorschijnend
inflected doorschijnende
comparative doorschijnender
positive comparative superlative
predicative/adverbial doorschijnend doorschijnender het doorschijnendst
het doorschijnendste
indefinite m./f. sing. doorschijnende doorschijnendere doorschijnendste
n. sing. doorschijnend doorschijnender doorschijnendste
plural doorschijnende doorschijnendere doorschijnendste
definite doorschijnende doorschijnendere doorschijnendste
partitive doorschijnends doorschijnenders

Derived terms

  • doorschijnendheid