eengezinswoning
Dutch
Etymology
Compound of een + gezin + -s- + woning.
Pronunciation
- IPA(key): /eːn.ɣəˈzɪnsˌʋoː.nɪŋ/
Audio: (file) - Hyphenation: een‧ge‧zins‧wo‧ning
Noun
eengezinswoning f (plural eengezinswoningen, diminutive eengezinswoninkje n)
Compound of een + gezin + -s- + woning.
| Audio: | (file) |
eengezinswoning f (plural eengezinswoningen, diminutive eengezinswoninkje n)