eiwitrijk

Dutch

Etymology

Compound of eiwit (protein) +‎ rijk (rich).

Pronunciation

  • Audio:(file)

Adjective

eiwitrijk (comparative eiwitrijker, superlative eiwitrijkst)

  1. rich in protein

Declension

Declension of eiwitrijk
uninflected eiwitrijk
inflected eiwitrijke
comparative eiwitrijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial eiwitrijk eiwitrijker het eiwitrijkst
het eiwitrijkste
indefinite m./f. sing. eiwitrijke eiwitrijkere eiwitrijkste
n. sing. eiwitrijk eiwitrijker eiwitrijkste
plural eiwitrijke eiwitrijkere eiwitrijkste
definite eiwitrijke eiwitrijkere eiwitrijkste
partitive eiwitrijks eiwitrijkers