financieel

Dutch

Etymology

From financiën +‎ -eel.

Pronunciation

  • Audio:(file)

Adjective

financieel (not comparable)

  1. financial
    • 2003, K. Edens, K. Geerts, Geachte lezer[1], →ISBN, page 199:
      Na de zomer komen we daarom opnieuw in actie, met een speciale campagne. Wilt u ons hierbij helpen met een financiële bijdrage?
      We will therefore take action again after the summer, with a special campaign. Would you like to help us with a financial contribution?

Declension

Declension of financieel
uninflected financieel
inflected financiële
comparative
positive
predicative/adverbial financieel
indefinite m./f. sing. financiële
n. sing. financieel
plural financiële
definite financiële
partitive financieels

Descendants

  • Indonesian: finansiil

Anagrams