gecapituleerd

Dutch

Pronunciation

  • Audio:(file)

Participle

gecapituleerd

  1. past participle of capituleren

Declension

Declension of gecapituleerd
uninflected gecapituleerd
inflected gecapituleerde
positive
predicative/adverbial gecapituleerd
indefinite m./f. sing. gecapituleerde
n. sing. gecapituleerd
plural gecapituleerde
definite gecapituleerde
partitive gecapituleerds