genderidentiteit
Dutch
Etymology
From gender (“gender”) + identiteit (“identity”).
Noun
genderidentiteit f (plural genderidentiteiten, diminutive genderidentiteitje n)
Further reading
- genderidentiteit on the Dutch Wikipedia.Wikipedia nl
From gender (“gender”) + identiteit (“identity”).
genderidentiteit f (plural genderidentiteiten, diminutive genderidentiteitje n)