geprognosticeerd

Dutch

Pronunciation

  • Audio:(file)

Participle

geprognosticeerd

  1. past participle of prognosticeren

Declension

Declension of geprognosticeerd
uninflected geprognosticeerd
inflected geprognosticeerde
positive
predicative/adverbial geprognosticeerd
indefinite m./f. sing. geprognosticeerde
n. sing. geprognosticeerd
plural geprognosticeerde
definite geprognosticeerde
partitive geprognosticeerds
This article is issued from Wiktionary. The text is available under Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 unless otherwise noted. Additional terms may apply for the media files.