gevaarlijk

Dutch

Etymology

From gevaar +‎ -lijk.

Pronunciation

  • Audio:(file)

Adjective

gevaarlijk (comparative gevaarlijker, superlative gevaarlijkst)

  1. dangerous

Declension

Declension of gevaarlijk
uninflected gevaarlijk
inflected gevaarlijke
comparative gevaarlijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial gevaarlijk gevaarlijker het gevaarlijkst
het gevaarlijkste
indefinite m./f. sing. gevaarlijke gevaarlijkere gevaarlijkste
n. sing. gevaarlijk gevaarlijker gevaarlijkste
plural gevaarlijke gevaarlijkere gevaarlijkste
definite gevaarlijke gevaarlijkere gevaarlijkste
partitive gevaarlijks gevaarlijkers

Antonyms

Descendants

  • Afrikaans: gevaarlik
  • Negerhollands: gevaarlik
  • Sranan Tongo: gevaarlijk, kfâlek, kfalek, kefalek, farlek, kefarlek, kofarliki
    • Aukan: kufaliki
    • Caribbean Javanese: kefaleg

Sranan Tongo

Pronunciation

  • IPA(key): /xəfaːɾlek/, /ɣəfaːɾlek/, [xəfa̠ːɾlɪ̞k], [xəfɑ̟ːɾle̝k]

Adjective

gevaarlijk

  1. alternative form of kfâlek