granman
Dutch
Etymology
Borrowed from Sranan Tongo granman.
Pronunciation
Audio: (file)
Noun
granman m or f (plural granmans)
- (Suriname) paramount chief of a Maroon or Amerindian tribe
- 2021 June 12, Samuel Wens, “Wie van de drie is granman? [Which one of the three is paramount chief?]”, in De Ware Tijd[1], retrieved 17 June 2021:
- "Er is nog altijd verdeeldheid", bevestigt districtscommissaris Frits Dinge van bestuursressort Boven-Suriname. "De kapiteins en basya's ondersteunen granman Aboikoni niet."
- "There still is discord," District Commissioner Frits Dinge of the Upper Suriname administrative district confirms. "The village chiefs and assistant village chiefs do not support paramount chief Aboikoni."
- 2020 August 27, Gilliamo Orban, “Granman Trio's belet jagers om gebied te betreden [Tiriyo paramount chief prevents hunters from entering territory]”, in De Ware Tijd[2], retrieved 21 June 2021:
- Granman Asongo Alalaparoe van de Trio-inheemsen heeft onlangs jagers weggestuurd uit een plek die volgens hem behoort tot het woon- en leefgebied van zijn stam.
- Chief Asongo Alalaparoe of the Tiriyo Amerindians recently turned away hunters from a place he considers part of his tribe's habitat.
Synonyms
- grootopperhoofd
- opperhoofd
- stamhoofd
Sranan Tongo
Pronunciation
- IPA(key): /ɡɾanmaŋ/, /ɡɾanman/, [ɡɾa̠mmã̠ŋ], [ɡɾɑ̟mmɑ̟ŋ]
Noun
granman
- paramount chief of a Maroon or Amerindian tribe
- (historical) governor
Descendants
- Aukan: gaaman
- Saramaccan: gaama
- → Dutch: granman