grondwoord
Dutch
Etymology
Pronunciation
- IPA(key): /ˈɣrɔnt.ʋoːrt/
Audio: (file) - Hyphenation: grond‧woord
Noun
grondwoord n (plural grondwoorden, diminutive grondwoordje n)
- (grammar) primitive (word)
- 1866, Johannes Kachelius, De vermakelijke latijnsche spraakkunst, ten nutte der jeugd. Tweede Druk., Amsterdam, page 11:
- Eindelijk nog in
1. primitiva (grondwoorden), als: homo (een mensch), dies (een dag), ferio (ik klop).
2. derivata (afgeleide woorden), als: homuncio (het ventje), hodie (van daag), ferula (een plak).- (please add an English translation of this quotation)
- (linguistics) stem, word stem