herkenbaarheid
Dutch
Etymology
From herkenbaar + -heid.
Pronunciation
- IPA(key): /ɦɛrˈkɛn.baːrˌɦɛi̯t/
Audio: (file) - Hyphenation: her‧ken‧baar‧heid
Noun
herkenbaarheid f (plural herkenbaarheden, diminutive herkenbaarheidje n)
- recognizability
- 2004, Alexander Dhoest, De verbeelde gemeenschap: 50 jaar Vlaamse tv-fictie en de constructie van een nationale identiteit[1], →ISBN, page 216:
- De pers looft ook de herkenbaarheid van hedendaagse series uit de jaren 90, maar schrijft die minder toe aan de reflectie van het 'typisch Vlaamse' dan aan de reflectie van het echte, alledaagse Vlaanderen.
- The press also praises the recognizability of contemporary series from the 1990s, but attributes this less to the reflection of the 'typical Flemish' than to the reflection of real, everyday Flanders.