krijgsgevangen

Dutch

Alternative forms

  • krygsgevangen (obsolete)

Etymology

Compound of krijg (war) +‎ -s- +‎ gevangen (caught, captured; captive).

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈkrɛi̯xs.xəˌvɑ.ŋən/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: krijgs‧ge‧van‧gen

Adjective

krijgsgevangen (not comparable)

  1. captive, taken as a prisoner of war

Declension

Declension of krijgsgevangen
uninflected krijgsgevangen
inflected krijgsgevangen
comparative
positive
predicative/adverbial krijgsgevangen
indefinite m./f. sing. krijgsgevangen
n. sing. krijgsgevangen
plural krijgsgevangen
definite krijgsgevangen
partitive

Derived terms

Noun

krijgsgevangen m (plural krijgsgevangenen)

  1. obsolete form of krijgsgevangene