meerderheid
Afrikaans
Etymology
From Dutch meerderheid. Equivalent to meerder + -heid.
Noun
meerderheid (plural meerderhede)
Dutch
Etymology
Pronunciation
- IPA(key): /ˈmeːr.dərˌɦɛi̯t/
Audio: (file) - Hyphenation: meer‧der‧heid
Noun
meerderheid f (plural meerderheden, diminutive meerderheidje n)
Antonyms
Derived terms
- meerderheidsbelang
- meerderheidscoalitie
- meerderheidsregering
- zetelmeerderheid
Descendants
- Afrikaans: meerderheid