naamwoord
Afrikaans
Etymology
From Dutch naamwoord. Equivalent to naam + woord.
Pronunciation
Audio: (file)
Noun
naamwoord (plural naamwoorde)
Hyponyms
Derived terms
Dutch
Alternative forms
- naemwoord (obsolete)
- naamwoort
Etymology
From naam (“name”) + woord (“word”).
Pronunciation
- IPA(key): /ˈnaːmʋoːrt/
Audio: (file) - Hyphenation: naam‧woord
Noun
naamwoord n (plural naamwoorden, diminutive naamwoordje n)
- (grammar) noun (in the general sense, adjectives included)
- Hypernym: woord
- Hyponyms: bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
Derived terms
- bijvoeglijk naamwoord
- naamwoord van handeling
- naamwoordelijk
- zelfstandig naamwoord