onaantrekkelijk

Dutch

Etymology

From on- +‎ aantrekkelijk.

Pronunciation

  • Audio:(file)

Adjective

onaantrekkelijk (comparative onaantrekkelijker, superlative onaantrekkelijkst)

  1. unattractive, ugly

Declension

Declension of onaantrekkelijk
uninflected onaantrekkelijk
inflected onaantrekkelijke
comparative onaantrekkelijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial onaantrekkelijk onaantrekkelijker het onaantrekkelijkst
het onaantrekkelijkste
indefinite m./f. sing. onaantrekkelijke onaantrekkelijkere onaantrekkelijkste
n. sing. onaantrekkelijk onaantrekkelijker onaantrekkelijkste
plural onaantrekkelijke onaantrekkelijkere onaantrekkelijkste
definite onaantrekkelijke onaantrekkelijkere onaantrekkelijkste
partitive onaantrekkelijks onaantrekkelijkers

Antonyms