onafhankelijkheidsoorlog
Dutch
Etymology
Compound of onafhankelijkheid + -s- + oorlog.
Pronunciation
- IPA(key): /ɔn.ɑfˈɦɑŋ.kə.lək.ɦɛi̯tsˌoːr.lɔx/
Audio: (file) - Hyphenation: on‧af‧han‧ke‧lijk‧heids‧oor‧log
Noun
onafhankelijkheidsoorlog m (plural onafhankelijkheidsoorlogen)
- war of independence
- 1895, De tijdspiegel, volume 52, page 463:
- Onafhankelijkheidsoorlogen zijn nu eenmaal geene oefeningen in het bewijzen van zachtmoedigheid.
- Wars of independence after all are no exercises in demonstrating gentleness.