onduurzaam

Dutch

Etymology

From on- +‎ duurzaam.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌɔnˈdyːr.zaːm/
  • Hyphenation: on‧duur‧zaam

Adjective

onduurzaam (comparative onduurzamer, superlative onduurzaamst)

  1. unsustainable, not green, not renewable
  2. undurable, not lasting

Declension

Declension of onduurzaam
uninflected onduurzaam
inflected onduurzame
comparative onduurzamer
positive comparative superlative
predicative/adverbial onduurzaam onduurzamer het onduurzaamst
het onduurzaamste
indefinite m./f. sing. onduurzame onduurzamere onduurzaamste
n. sing. onduurzaam onduurzamer onduurzaamste
plural onduurzame onduurzamere onduurzaamste
definite onduurzame onduurzamere onduurzaamste
partitive onduurzaams onduurzamers —
This article is issued from Wiktionary. The text is available under Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 unless otherwise noted. Additional terms may apply for the media files.