ongeadresseerd

Dutch

Etymology

From on- +‎ geadresseerd.

Pronunciation

  • Audio:(file)
  • Hyphenation: on‧ge‧ad‧res‧seerd

Adjective

ongeadresseerd (not comparable)

  1. unaddressed (not bearing an address)

Declension

Declension of ongeadresseerd
uninflected ongeadresseerd
inflected ongeadresseerde
comparative
positive
predicative/adverbial ongeadresseerd
indefinite m./f. sing. ongeadresseerde
n. sing. ongeadresseerd
plural ongeadresseerde
definite ongeadresseerde
partitive ongeadresseerds