ongeval
Dutch
Etymology
From Middle Dutch ongeval. Equivalent to on- + geval. Cf. German Unfall.
Pronunciation
- IPA(key): /ˈɔn.ɣəˌvɑl/
Audio: (file) - Hyphenation: on‧ge‧val
Noun
ongeval n (plural ongevallen, diminutive ongevalletje n)
Synonyms
Derived terms
- bedrijfsongeval
- ongevallenverzekering
- ongevallig