onherstelbaar

Dutch

Etymology

From on- +‎ herstellen +‎ -baar.

Pronunciation

  • Audio:(file)

Adjective

onherstelbaar (comparative onherstelbaarder, superlative onherstelbaarst)

  1. irreparable
  2. irredeemable

Declension

Declension of onherstelbaar
uninflected onherstelbaar
inflected onherstelbare
comparative onherstelbaarder
positive comparative superlative
predicative/adverbial onherstelbaar onherstelbaarder het onherstelbaarst
het onherstelbaarste
indefinite m./f. sing. onherstelbare onherstelbaardere onherstelbaarste
n. sing. onherstelbaar onherstelbaarder onherstelbaarste
plural onherstelbare onherstelbaardere onherstelbaarste
definite onherstelbare onherstelbaardere onherstelbaarste
partitive onherstelbaars onherstelbaarders —
This article is issued from Wiktionary. The text is available under Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 unless otherwise noted. Additional terms may apply for the media files.