onomkeerbaar

Dutch

Etymology

From on- +‎ omkeerbaar.

Pronunciation

  • Audio:(file)

Adjective

onomkeerbaar (comparative onomkeerbaarder, superlative onomkeerbaarst)

  1. irreversible

Declension

Declension of onomkeerbaar
uninflected onomkeerbaar
inflected onomkeerbare
comparative onomkeerbaarder
positive comparative superlative
predicative/adverbial onomkeerbaar onomkeerbaarder het onomkeerbaarst
het onomkeerbaarste
indefinite m./f. sing. onomkeerbare onomkeerbaardere onomkeerbaarste
n. sing. onomkeerbaar onomkeerbaarder onomkeerbaarste
plural onomkeerbare onomkeerbaardere onomkeerbaarste
definite onomkeerbare onomkeerbaardere onomkeerbaarste
partitive onomkeerbaars onomkeerbaarders