onverdienstelijk

Dutch

Etymology

From on- +‎ verdienstelijk.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌɔn.vərˈdin.stə.lək/
  • Audio:(file)

Adjective

onverdienstelijk (comparative onverdienstelijker, superlative onverdienstelijkst)

  1. undeserving, unworthy

Declension

Declension of onverdienstelijk
uninflected onverdienstelijk
inflected onverdienstelijke
comparative onverdienstelijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial onverdienstelijk onverdienstelijker het onverdienstelijkst
het onverdienstelijkste
indefinite m./f. sing. onverdienstelijke onverdienstelijkere onverdienstelijkste
n. sing. onverdienstelijk onverdienstelijker onverdienstelijkste
plural onverdienstelijke onverdienstelijkere onverdienstelijkste
definite onverdienstelijke onverdienstelijkere onverdienstelijkste
partitive onverdienstelijks onverdienstelijkers

Antonyms

Anagrams