onverzadigbaar

Dutch

Etymology

From on- +‎ verzadigen +‎ -baar.

Pronunciation

  • Audio:(file)

Adjective

onverzadigbaar (comparative onverzadigbaarder, superlative onverzadigbaarst)

  1. unquenchable, unsatisfiable

Declension

Declension of onverzadigbaar
uninflected onverzadigbaar
inflected onverzadigbare
comparative onverzadigbaarder
positive comparative superlative
predicative/adverbial onverzadigbaar onverzadigbaarder het onverzadigbaarst
het onverzadigbaarste
indefinite m./f. sing. onverzadigbare onverzadigbaardere onverzadigbaarste
n. sing. onverzadigbaar onverzadigbaarder onverzadigbaarste
plural onverzadigbare onverzadigbaardere onverzadigbaarste
definite onverzadigbare onverzadigbaardere onverzadigbaarste
partitive onverzadigbaars onverzadigbaarders —
This article is issued from Wiktionary. The text is available under Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 unless otherwise noted. Additional terms may apply for the media files.