op een na

• Audio:

  (file)

op een na

1. (adverbial, modifying superlatives) second (e.g. "second best", "second last", "second largest")

   Rotterdam is die op een na grootste stad van Nederland.

   Rotterdam is the second largest city in the Netherlands.

• een na

• IPA^(key): /ɔp ˈeːnaː/

op een na

1. (adverbial, modifying superlatives) second (e.g. "second best", "second last", "second largest")

   Joyce had het op een na beste cijfer bij de toets.

   Joyce had the second highest mark at the test.

   De hardloper uit onze buurt kwam als op een na laatste aan.

   The runner from our neighbourhood arrived second last.

Similarly op twee na grootste means "third largest", etc.

In informal language the proposition op is often ommitted. The phrase is then often hyphenated together with the following adjective:

de een-na-laatste bus ― the second last bus

Phrases with op een na preceding the article are possible but sound dated today:

op een na de beste ijssalon ― the second best ice-cream parlour