opbiepend

Dutch

Participle

opbiepend

  1. present participle of opbiepen

Declension

Declension of opbiepend
uninflected opbiepend
inflected opbiepende
positive
predicative/adverbial opbiepend
opbiepende
indefinite m./f. sing. opbiepende
n. sing. opbiepend
plural opbiepende
definite opbiepende
partitive opbiepends