opgebiept
Dutch
Participle
opgebiept
past participle of
opbiepen
Declension
Declension of
opgebiept
uninflected
opgebiept
inflected
opgebiepte
positive
predicative
/
adverbial
opgebiept
indefinite
m.
/
f.
sing.
opgebiepte
n.
sing.
opgebiept
plural
opgebiepte
definite
opgebiepte
partitive
opgebiepts