overgrootouder
Dutch
Etymology
From over- + grootouder.
Pronunciation
- IPA(key): /ˈoː.vər.ɣroːtˌɑu̯.dər/
Audio: (file) - Hyphenation: over‧groot‧ou‧der
Noun
overgrootouder m (plural overgrootouders, diminutive overgrootoudertje n)
From over- + grootouder.
Audio: | (file) |
overgrootouder m (plural overgrootouders, diminutive overgrootoudertje n)