reuzenberenklauw

Dutch

Etymology

From reus (giant) +‎ -en- +‎ berenklauw (hogweed).

Pronunciation

  • Audio:(file)

Noun

reuzenberenklauw f (plural reuzenberenklauwen, diminutive reuzenberenklauwtje n)

  1. giant hogweed (Heracleum mantegazzianum)

Further reading