rugpijn

Dutch

Etymology

From rug +‎ pijn.

Pronunciation

  • IPA(key): /rʏxpɛi̯n/
  • Audio:(file)
  • Rhymes: -ɛi̯n

Noun

rugpijn f (plural rugpijnen, diminutive rugpijntje n)

  1. backache, back pain
    • 2022 June 8, Algemeen, “Wanneer moet je met rugpijn bij je huisarts aan de bel trekken?”, in artsenzorg.com[1], Arts en Zorg, retrieved 10 December 2022:
      Een zeurende pijn in je onderrug is vervelend en kan soms (voor je gevoel) lang duren. Als je gewoon goed blijft bewegen gaat je rugpijn vanzelf vaak weer over.
      (please add an English translation of this quotation)

Descendants

  • Afrikaans: rugpyn