uiteindelijk

Dutch

Etymology

From uiteinde +‎ -lijk.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌœy̯tˈɛi̯n.də.lək/
  • Audio:(file)

Adjective

uiteindelijk (comparative uiteindelijker, superlative uiteindelijkst)

  1. eventual
  2. final

Declension

Declension of uiteindelijk
uninflected uiteindelijk
inflected uiteindelijke
comparative uiteindelijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial uiteindelijk uiteindelijker het uiteindelijkst
het uiteindelijkste
indefinite m./f. sing. uiteindelijke uiteindelijkere uiteindelijkste
n. sing. uiteindelijk uiteindelijker uiteindelijkste
plural uiteindelijke uiteindelijkere uiteindelijkste
definite uiteindelijke uiteindelijkere uiteindelijkste
partitive uiteindelijks uiteindelijkers

Adverb

uiteindelijk

  1. in the end; eventually