verdraaglijk

Dutch

Etymology

From verdragen +‎ -lijk.

Pronunciation

  • Audio:(file)

Adjective

verdraaglijk (comparative verdraaglijker, superlative verdraaglijkst)

  1. bearable, endurable

Declension

Declension of verdraaglijk
uninflected verdraaglijk
inflected verdraaglijke
comparative verdraaglijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial verdraaglijk verdraaglijker het verdraaglijkst
het verdraaglijkste
indefinite m./f. sing. verdraaglijke verdraaglijkere verdraaglijkste
n. sing. verdraaglijk verdraaglijker verdraaglijkste
plural verdraaglijke verdraaglijkere verdraaglijkste
definite verdraaglijke verdraaglijkere verdraaglijkste
partitive verdraaglijks verdraaglijkers

Antonyms

Descendants

  • Negerhollands: verdraeglig