verhaal
Afrikaans
Etymology
From Dutch verhaal, from Middle Dutch verhael.
Pronunciation
- IPA(key): /fərˈɦɑːl/
Noun
verhaal (plural verhale)
Dutch
Pronunciation
- IPA(key): /vərˈɦaːl/
Audio: (file) - Hyphenation: ver‧haal
- Rhymes: -aːl
Etymology 1
From Middle Dutch verhael. Equivalent to a deverbal from verhalen.
Noun
verhaal n (plural verhalen, diminutive verhaaltje n)
- story
- Synonym: vertelling
- Hij lachte om het verhaal, maar wij niet.
- He laughed at the story, but we didn't.
- redress, reparation, remedy
Derived terms
- horrorverhaal
- kinderverhaal
- liefdesverhaal
- onzinverhaal
- spookverhaal
- succesverhaal
- verhaal halen
- verhalenverteller
- volksverhaal
Descendants
- Afrikaans: verhaal
Etymology 2
See the etymology of the corresponding lemma form.
Verb
verhaal
- inflection of verhalen:
- first-person singular present indicative
- (in case of inversion) second-person singular present indicative
- imperative