verleidelijk

Dutch

Etymology

From verleiden +‎ -lijk.

Pronunciation

  • Audio:(file)
  • IPA(key): /vərˈlɛi̯.də.lək/

Adjective

verleidelijk (comparative verleidelijker, superlative verleidelijkst)

  1. alluring, tempting, seductive

Declension

Declension of verleidelijk
uninflected verleidelijk
inflected verleidelijke
comparative verleidelijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial verleidelijk verleidelijker het verleidelijkst
het verleidelijkste
indefinite m./f. sing. verleidelijke verleidelijkere verleidelijkste
n. sing. verleidelijk verleidelijker verleidelijkste
plural verleidelijke verleidelijkere verleidelijkste
definite verleidelijke verleidelijkere verleidelijkste
partitive verleidelijks verleidelijkers