verzekeringsagent
Dutch
Etymology
From verzekering (“insurance”) + -s- + agent (“agent, broker”).
Pronunciation
- IPA(key): /vərˈzeː.kə.rɪŋs.aːˌɣɛnt/
Audio: (file) - Hyphenation: ver‧ze‧ke‧rings‧agent
Noun
verzekeringsagent m (plural verzekeringsagenten)