vliegdekschip
Dutch
Etymology
Compound of vliegdek + schip.
Pronunciation
- IPA(key): /ˈvliɣ.dɛkˌsxɪp/
Audio: (file) - Hyphenation: vlieg‧dek‧schip
Noun
vliegdekschip n (plural vliegdekschepen, diminutive vliegdekscheepje n)
- aircraft carrier
- Synonym: vliegkampschip
- Het vliegdekschip heeft een groot dek waarop vliegtuigen kunnen opstijgen en landen.
- The aircraft carrier has a large deck on which airplanes can take off and land.
- De marine heeft meerdere moderne vliegdekschepen die wereldwijd worden ingezet.
- The navy has several modern aircraft carriers that are deployed worldwide.
- Het vliegdekscheepje wordt gebruikt voor trainingen en oefeningen met kleinere vliegtuigen.
- The aircraft carrier is used for training and exercises with smaller aircraft.
Descendants
- → Afrikaans: vliegdekskip
- → West Frisian: fleandekskip (calque)