vloei
Afrikaans
Etymology
Pronunciation
- IPA(key): /flui/
Audio: (file)
Verb
vloei (present vloei, present participle vloeiende, past participle gevloei)
- To flow.
Dutch
Pronunciation
- IPA(key): /vlui̯/
Audio: (file) - Hyphenation: vloei
- Rhymes: -ui̯
Etymology 1
Shortening from vloeipapier (“blotting paper”).
Noun
vloei n (plural vloeien, diminutive vloeitje n)
- a sheet of blotting paper
Etymology 2
See the etymology of the corresponding lemma form.
Verb
vloei
- inflection of vloeien:
- first-person singular present indicative
- (in case of inversion) second-person singular present indicative
- imperative