voorgeprogrammeerd

Dutch

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈvoːr.xə.proː.ɣrɑˌmeːrt/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: voor‧ge‧pro‧gram‧meerd

Participle

voorgeprogrammeerd

  1. past participle of voorprogrammeren

Declension

Declension of voorgeprogrammeerd
uninflected voorgeprogrammeerd
inflected voorgeprogrammeerde
positive
predicative/adverbial voorgeprogrammeerd
indefinite m./f. sing. voorgeprogrammeerde
n. sing. voorgeprogrammeerd
plural voorgeprogrammeerde
definite voorgeprogrammeerde
partitive voorgeprogrammeerds