zoveelste

Dutch

Etymology

From zoveel +‎ -ste.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌzoːˈveːl.stə/, (stressed) /ˈzoːˌveːl.stə/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: zo‧veel‧ste

Adjective

zoveelste (not comparable)

  1. nth, umpteenth; so-manieth
    Synonym: tigste
    Coordinate terms: evenveelste, hoeveelste
    Ik heb je voor de zoveelste keer gezien.
    I have seen you for the umpteenth time.

Declension

Declension of zoveelste
uninflected zoveelste
inflected zoveelste
comparative
positive
predicative/adverbial zoveelste
indefinite m./f. sing. zoveelste
n. sing. zoveelste
plural zoveelste
definite zoveelste
partitive