zweterig

Dutch

Etymology

From zweet or zweten +‎ -erig.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈzʋeː.tərəx/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: zwe‧te‧rig

Adjective

zweterig (comparative zweteriger, superlative zweterigst)

  1. sweaty (covered in sweat)
    Het belooft vandaag wederom 43 graden te worden en na een zweterige nacht dankzij vier stroomstoringen voelen we ons te zwak om te bewegen.
    Today's temperatures threaten to reach 43 degrees again and after a sweaty night, thanks to four power cuts, we feel too weak to move.

Declension

Declension of zweterig
uninflected zweterig
inflected zweterige
comparative zweteriger
positive comparative superlative
predicative/adverbial zweterig zweteriger het zweterigst
het zweterigste
indefinite m./f. sing. zweterige zweterigere zweterigste
n. sing. zweterig zweteriger zweterigste
plural zweterige zweterigere zweterigste
definite zweterige zweterigere zweterigste
partitive zweterigs zweterigers —
This article is issued from Wiktionary. The text is available under Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 unless otherwise noted. Additional terms may apply for the media files.